Feest ideeën

Vier feest !!

4Feest ZiziX
Feest tips

4FEEST

Home

Kinderspelletjes

Op 4Feest.nl vindt u de leukste kinderspelletjes om een verjaardagsfeest tot een groot succes te maken. U wilt een feestje voor de verjaardag van uw zoon
of dochter organiseren en ervoor zorgen dat de kinderen het prima naar hun zin hebben tijdens dit kinderpartijtje.
In deze rubriek vindt u een ruim aanbod aan leuke spelletjes die de kinderen tijdens een kinderverjaardag kunnen spelen.
Het team van 4Feest.nl wenst de kinderen veel feestplezier!

BALLONHANGERS - ballonnen voor het kinderfeestje snel ophangen


U wilt een kinderfeestje of verjaardagsfeest organiseren en uw huis of feestruimte mooi versieren met ballonnen dan zijn de ballonhangers echt een uitkomst. U hoeft nu niet meer de ballonnen aan elkaar te knopen, u kunt de opgeblazen ballonnen direct aan de ballonhanger hangen. Binnen 1 minuut maakt u een paar mooie trossen ballonnen en het kinderfeestje ziet er met de ballonnen trossen extra feestelijk uit.

De ballonhangers kunnen elk jaar weer voor het kinderfeestje worden gebruikt.

De ballonhangers kunnen als volgt worden geleverd:

1 Troshanger (voor 8 ballonnen)

1 Hoekhanger (voor 3 ballonnen)

Kamerpakket : 2 Troshangers + 4 Hoekhangers



ZiziX - 4Feest.nl
Tel. 030 6700619

info@ballonhangers.nl

www.ballonhangers.nl

 

ballonhanger ballonhouder ballonnentros

 

 

Kinderspelletjes & verjaardagsspelletjes voor een verjaardagsfeest


1

Maak voor ieder kind een schatkaart, waar mee zij op ‘jacht’ gaan naar de schat.
De winnaar krijgt een prijs. Ze kunnen bijvoorbeeld voetsporen, aanwijzingen of pijlen volgen. Jonge kinderen kunnen voor prijzen graven (muntjes, kleine plastic diertjes enz.) in een zandbak.

2

Laat de kinderen staan en de hoeken van een groot laken vasthouden, en plaats een knuffel of een lichte bal in het midden, en laat de kinderen het zo hoog mogelijk stuiteren, zonder het van het laken te laten vallen. Als ze het na een tijdje doorhebben, doe er dan meer knuffels en/of ballen bij om het wat moeilijker te maken.

3

Een leuk idee voor kinderfeestjes is een piñata, ze zijn vaak te koop bij feestwinkels. Koop verschillende zakjes snoep, of cadeautjes om erin te stoppen.
Hint: koop geen chocola, dit zal met warm weer smelten.
Gebruik geen blinddoek met kinderen onder de 6 jaar, ook al slaan ze gelijk raak, hebben ze er toch verschillende beurten nodig zij om de piñata kapot te maken.

4

Kleine meisjes zijn gek op theefeestjes. Ze kunnen zich verkleden met hoeden, tassen, sieraden enz. Gooi een oud tafelkleed over een tafel voor de versiering.
De ouders kunnen zich voordoen als butlers, en thee met bijvoorbeeld taart of cake serveren aan de kleine dames.

5

Schrijf een lang woord op, zoals bijvoorbeeld gefeliciteerd, en laat de kinderen er in een paar minuten ieder zoveel mogelijk woorden eruit halen. (geef ze daarvoor pen en papier). Degene met de meeste woorden wint.

6

Vooral voor kinderen van boven de 10 jaar en ouder is een zwembad en strandfeest een goed idee. Er kan bijvoorbeeld volleybal gespeeld worden. Vul een ballon met water en laat ze die naar elkaar gooien, ze zullen toch al nat worden.

7

Verdeel de kinderen in twee teams, en neem team A mee in een andere kamer.
Team A moet verschillende kledingstukken met elkaar ruilen, en dan weer terugkomen naar de kamer. Team B moet binnen 5 minuten raden wat er allemaal geruild is. Tel de goede antwoorden bij elkaar op, en doe dan hetzelfde met team B. Het team met de meeste goede antwoorden wint een prijs.

8

Verdeel de kinderen in paren, eentje is de mummie, en eentje de mummie “verpakker”. Geef iedere verpakker een rol toiletpapier. De verpakkers moeten zo snel mogelijk de mummie inpakken. Dit is juist het moeilijke, want hoe sneller des te kans dat het papier scheurt, waardoor ze weer over nieuw moeten beginnen.

9

Laat de kinderen in een cirkel zitten. Verpak een cadeautje verschillende keren, en laat het ze doorgeven in de cirkel. Laat ieder kind een laag papier verwijderen.
(je kan ook folie, plastic tasjes enz. voor de verandering gebruiken). Het kind dat de laatste laag eraf haalt, mag het cadeautje houden. Zorg dat er genoeg lagen papier zijn, en stop snoepjes of kleine prijzen tussen de lagen in, zodat ieder kind wel iets heeft.
Bij oudere kinderen kan er in plaats van snoep in elke laag een raadsel, vraag of mop gestopt worden, die hardop opgelezen kan worden.

10

Laat de kinderen in een cirkel zitten, en geef een snoepzakje door tot de muziek stopt. Het kind dat het dan vastheeft mag het zakje houden. Herhaal het spel totdat ieder kind een zakje heeft.

11

Houd een wedstrijdje ballon ‘stuiteren’, degene die het langst een ballon in de lucht kan houden door alleen zijn of haar hoofd te gebruiken, is de winnaar.

12

Geef ieder kind een veer, en met het startsein, moet ieder kind de veer in de lucht blazen. Degene die de veer het langst in de lucht kan houden, door alleen te blazen, is de winnaar.

13

Maak 2 hopen met dezelfde soort kleding. Verdeel de groep in twee teams en laat de eerste spelers racen om alle kleding in de hoop aan te trekken. Als hij of zij klaar is, moet hij of zij zich weer uitkleden en is de volgende teamspeler aan de beurt. Het team dat als eerste helemaal klaar is wint.

14

Test het reukvermogen! Vul papieren tasjes met verschillende spullen die sterk ruiken, zoals koffie, pindakaas, salami, tandpasta, chocola enz. Laat ieder kind ruiken zonder in de zak te kijken.
De winnaar is degene die alles (of de meeste) goed geraden heeft.

15

Verdeel de kinderen in een cirkel. De eerste speler begint met een zin in het oor van de persoon naast hem/haar te fluisteren. Een voor een, herhaalt ieder persoon de zin aan zijn/haar buurman zoals diegene het gehoord heeft. De laatste persoon die het gehoord heeft , herhaald het hardop. Het is meestal iets compleet anders dan bij het begin. Het spel kan ook gespeeld worden door gekke bekken te trekken, en de eerste met de laatste te vergelijken.

16

Zoek verschillende items waarbij de gasten de hoeveelheid kunnen raden.
Bijvoorbeeld: hoeveel woorden staan er op de bladzij, of hoeveel snoepjes er in een pot zitten, hoeveel bladzijden een bepaald tijdschrift heeft. Degene die er het dichts bij zit, krijgt een prijs.

17

Knoop een lepel aan een bol touw. Verdeel de groep in twee teams en laat ze in twee rijen staan. Bij het startsein, moet de eerste persoon van de rij de lepel door zijn/haar shirt en broek halen. Als het uit de broekspijp komt, geeft diegene het door aan de volgende speler. ( terwijl het nog aan de eerst vastzit). Als iedereen in de rij vastzit, moet de laatste persoon in de rij het proces omdraaien, terwijl de eerste persoon het touw in een balletje oprolt. Het eerste team dat klaar is, wint.

18

Zet muziek op. Zodra de muziek stopt, moet iedere speler naar een hoek (of aangegeven plek) in de kamer rennen. Hier staat een kleur geschreven. Een speler wordt gevraagd om een stukje papier uit een bakje te pakken. Hier staat een kleur opgeschreven. De spelers die in de hoek staan met deze kleur zijn uit.
De speler(s) die als laatst over is/zijn, heeft gewonnen.

19

Deel de kinderen op in paren. Ieder paar krijgt een vuilniszak. Ze moeten dansen op de muziek, maar als de muziek stopt, moet een van de twee zo snel mogelijk in de vuilniszak stappen en door de andere met vuilniszak en al opgetild worden. Het paar dat het laatst klaar is, valt af. Het paar dat uiteindelijk over blijft heeft gewonnen.

20

Knoop kleine cadeautjes aan het eind van lange stukken touw, en verstop de cadeautjes zodat ze niet zichtbaar zijn. Laat het touw door de kamer of tuin in zigzag patronen lopen. Geef ieder kind het begin van zijn of haar stukje touw, zodat die het kan oprollen tot hij of zij het cadeautje vindt.

21

Verdeel de kinderen in groepjes, en geef ze een lijst met tien items die ze in de omgeving kunnen vinden. Als jullie bijvoorbeeld in het park zijn, dingen zoals een dennenappel, steentje, een veer enz.

22

Knip verschillende delen van gezichten uit van bekende mensen, zoals popsterren, uit bijvoorbeeld tijdschriften, en teken een gezicht op papier. Hang het op aan een muur of deur. Laat de kinderen geblinddoekt de gezichtsdelen op het gezicht prikken.

23

Elke speler moet een bepaalde lengte afleggen met een tennisbal tussen zijn/ haar knieën. Als de bal valt, moet deze de bal weer terugplaatsten en verder gaan met springen. De speler die de lengte aflegt in de kortste tijd is de winnaar.

24

Verdeel de groep in twee teams en laat ze in twee rijen staan. De voorsten houden een ballon of bal vast. Op het startsein geeft de eerste speler de bal over zijn/haar hoofd naar de speler achter hem/haar, die het dan weer tussen zijn/haar benen door naar de volgende speler geeft. Ga zo door, tot bal bij de laatste speler komt. Deze rent naar voren, en begint weer opnieuw. De winnaar is het team waarbij de oorspronkelijke eerste speler weer vooraan staat.

25

Zet muziek aan, en laat de spelers rondrennen. Zodra de muziek stopt, moeten de kinderen zo stil als een standbeeld blijven staan. De eerste die beweegt is uit.
Herhaal dit tot er een winnaar over is.

26

Maak een hindernisbaan, de kinderen kunnen bijvoorbeeld door een doos moeten kruipen, touwtje springen, een bel laten rinkelen, een liedje zingen, een kledingstuk aan- en uittrekken enz. Voordat ze de eindstreep halen. Geef de winnaar bijvoorbeeld een lintje of sticker.

27

Koop een boekje met raadsels. Schrijf de raadsels op aparte stukjes papier, en de antwoorden op aparte stukjes papier. Geef de helft van de kinderen de raadsels, en de andere helft de antwoorden, en laat ze het antwoord met de raadsel bij elkaar zoeken. Laat ieder “koppel” het raadsel met antwoord voor de rest voorlezen.

28

Knoop een touwtje aan een stok, en knoop een magneet aan het einde van het touwtje. Knip figuurtjes uit papier, van bijvoorbeeld een vis, en plak een paperclip aan ieder figuur. Het magneetje zal de paperclip aantrekken. Stop de figuren in een doos, en de kinderen kunnen gaan “vissen”.

29

Snij verschillende etenswaren in stukjes, zoals sinaasappels, bananen, appels, chocola, appels, pudding enz. Blinddoek de spelers, en laat ze proeven en raden wat het is.
De winnaar is degene die alles (of de meeste) goed geraden heeft. Let wel op dat geen van de kinderen een allergie voor bepaald voedsel of drinken heeft!

30

Verstop een wekker ergens in de kamer. Blinddoek de spelers (niet meer dan 5), en laat ze op het geluid van het tikken van de klok afgaan. Verplaats (zachtjes) de klok
2-3 keer. De speler die dichter dan 1 meter bij de klok in de beurt komt, krijgt een punt. De speler met de meeste punten wint.

31

Hang een laken op in de kamer. Een van de spelers zit op een stoel met z’n gezicht naar het laken. Aan de andere kant van het laken staat een lamp op een tafel.
De andere spelers lopen om de beurt tussen de lamp en het laken. De speler op de stoel moet proberen te raden wie er achter het laken loopt aan de hand van de schaduw. De speler die herkend wordt, moet de plaats op de stoel innemen.

32

Draai de mouwen van twee jassen binnenste buiten. Hang de jassen aan de rugleuningen van twee stoelen. Zet de stoelen met de ruggen naar elkaar, ongeveer 1,5 meter van elkaar af. Beide spelers staan bij hun stoelen. Bij het gegeven startsignaal halen ze de jassen van de stoelen af, doen de jassen aan en knopen of ritsen hem dicht. Dan rent iedere “brandweerman” rond de stoel van de tegenspeler en gaat zitten. De speler die als eerste zit heeft gewonnen.

33

Laat de spelers in een cirkel zitten, en zet een leider in het midden. Deze wijst naar de andere spelers terwijl hij ronddraait, terwijl hij zegt: “vis, dier, vogel.”
Dan stop hij bij een van de spelers terwijl hij vis, dier of vogel zegt. Deze speler moet een van de dieren opnoemen. Als de speler een fout maakt, (bijvoorbeeld een vis noemt in plaats van een vogel), of de naam niet meer kan herinneren, of een dier noemt dat al eerder genoemd is, dan wordt diegene de leider.

34

Blinddoek de spelers en laat ze een kat tekenen. Eerst het lichaam, dan de ogen, stop en pauzeer dan even, teken dan de neus, stop en pauzeer dan weer, teken dan de ogen etc. het is erg leuk om te zien wat het resultaat is.

35

Blinddoek de spelers en doe ze dikke handschoenen aan. Laat ze door het aanraken van voorwerpen raden wat ze in hun handen hebben. De speler met de meeste goede antwoorden wint.

36

In plaats van ezeltje prik, kan je ook een tekening maken van een blanco gezicht, waarop de kinderen dan geblinddoekt de van te voren getekende en uitgeknipte gezichtsdelen kunnen prikken, zoals neus, ogen, oren, haar, mond enzovoorts.
De kinderen zullen het leuk vinden om te zien wat voor “kunstwerk” ze met z’n allen als groep hebben gecreëerd.

37

Laat de kinderen in een rij staan, met de leider er voor. Deze zegt telkens “neus, neus, neus, mond”. Als er neus word gezegd, raken zij hun neus aan, en als er mond gezegd wordt, moeten ze een ander deel van het lichaam aanraken. De spelers moeten elke beweging herhalen, ze moeten alles doen wat de leider doet. Een speler die een foute beweging maakt, is uit het spel. Degene die over is, is de winnaar.

38

Zet de kinderen in een kamer. Laat ze een paar minuten rondkijken, en laat ze dan naar een andere kamer gaan. Haal een object weg uit de kamer (of van de tafel) en roep de kinderen terug. Laat ze raden wat er verdwenen is.

39

Selecteer een kind, en laat de kinderen hem of haar goed bekijken voordat hij/zij de kamer verlaat. Laat hem/haar iets aan zichzelf veranderen. (bijvoorbeeld het haar los, veter losmaken, rits dicht enzovoort). Laat degene weer terug naar de kamer komen, en laat de kinderen raden wat er veranderd is.

40

Laat de kinderen op de grond of rond een tafel zitten, en geef ieder kind 5 of 6 zoute crackers. Doel van het spel is om de crackers zo snel mogelijk op te eten, zonder water, en het eerste kind dat kan fluiten na het eten van alle crackers wint.

41

Benodigdheden: een zak met watjes, twee grote kommen, een blinddoek en een houten lepel. Het doel van het spel is om zoveel mogelijk watjes van de ene naar de andere kom in drie schepjes met de lepel te scheppen, met de blinddoek om.
Degene met de meeste watjes in de andere kom wint. Watjes die op de grond vallen, tellen niet mee, en in geval van gelijk spel speel je nog een ronde.

42

Blaas veel grote ballonnen op, maar stop er net voordat je er een knoop inmaakt een (verpakt) snoepje in, of een papiertje waar een prijs op staat geschreven.
Verspreid de ballonnen over de vloer en laat de kinderen/gasten ze kapot maken door er bijvoorbeeld op te zitten.

43

Verdeel de kinderen in twee groepen. Zet twee emmers aan de finishlijn, en geef elke groep een spons, met een emmer water aan de startlijn. (er zijn dus twee emmers met water aan de startlijn, en twee emmers zonder water aan de finishlijn) de eerste persoon van elk team doopt z’n spons in het water en rent naar de finishlijn en perst het water uit de spons in de lege emmer. Het team dat het meeste water in de emmer heeft na een afgesproken tijd wint.

44

Het jarige kind kan bij dit spel als tikker worden gekozen. De tikker probeert om de andere spelers te tikken. Als een speler getikt is, moet hij of zij stilstaan als een standbeeld. Spelers die nog niet stilstaan kunnen de standbeelden aantikken, zodat zij weer normaal rond kunnen rennen. De eerste speler die voor de derde keer een standbeeld wordt, wordt de tikker.

45

Verdeel de kinderen in teams van twee tot drie mensen, en plak een sticker van een dier op ieders kind rug. Laat de kinderen raden welk dier ze zijn door vragen te stellen, die alleen maar met ja of nee beantwoord kunnen worden.
Zoals bijvoorbeeld: “Heb ik poten?”, “ Kan ik vliegen?” enzovoort.

46

Plaats rubberen eendjes of andere drijvende objecten in een kinderbadje. Schrijf verschillende nummers op de onderkant, en ieder kind krijgt een prijs afhankelijk van het nummer dat ze getrokken hebben. (bijvoorbeeld 3 knikkers voor nummer 3)

47

Selecteer een kind en laat degene de kamer verlaten. De jarige geeft dan een object bijvoorbeeld een pluche beer) aan een kind, en alle kinderen doen net alsof ze iets achter hun rug houden. Het kind dat de kamer verlaten heeft, wordt teruggeroepen en krijgt drie kansen om te raden wie het object vast heeft.

48

Blinddoek drie van de kinderen en geef ze ieder een mandje. Leg ongeveer 18 snoepjes op de vloer. Het doel is om in een paar minuten na het startsignaal zoveel mogelijk snoepjes te verzamelen. Het kind met de meeste snoepjes wint het spel en de snoepjes.

49

Dit spel is vooral leuk als de kinderen zich kunnen verkleden.
Verzin verschillende personages voor een toneelstuk, zoals bijvoorbeeld een “opa”, “oma”, “politieagent” of “journalist” . Schrijf de personages op verschillende stukjes papier, en laat de kinderen om de beurt een papiertje trekken. Geef ze even de tijd om te kunnen verkleden, en laat dan hun fantasie de vrije loop gaan in hun eigen toneelstuk.

 

Home

Kinderfeest

Kindervermaak

Themakist huren